Wie ooit in de omgeving van het Antwerpse Crowne Plaza hotel was, kent het: Esso Vogelzang. Een visueel baken voor elke Antwerpenaar, maar tot voor kort niet meteen een culinaire bestemming. Daar bracht G&V Energy Solutions samen met true.food.agency verandering in. De transformatie van dit iconisch servicestation is indrukwekkend, maar vooral: een wissel op de toekomst van servicestations.
Foodservice Alliance sprak met Joris de Jonghe en Josse Dessauw van G&V en met David Claeys (co-founder true.food.agency).
De renovatie van Vogelzang gebeurde niet zomaar. De locatie is uniek, het gebouw iconisch, en dus werd er met uiterste zorg en respect voor de originele architectuur gewerkt. “We zijn aan de slag gegaan met de originele plannen van architect Léon Stynen” vertelt Josse Dessauw, “en wilden alles zo oorspronkelijk mogelijk houden: de witte buitengevel, het zwarte aluminium, de ruwe betonplafonds en originele raampartijen.” Tegelijk werd alles aangepast aan de normen van vandaag. Binnen verwijzen foto’s en een mural subtiel naar de erfenis van Stynen. De garagepoorten verdwenen, de carwash is nu een meetingroom, maar het herkenbare karakter bleef behouden. “We hebben het gebouw eigenlijk terug in zijn meest pure vorm gezet,” vult David Claeys aan.
Dat deze plek een vlaggenschip moest worden, stond voor G&V van bij de start vast. “Als we dit zouden doen, dan moest het all the way zijn,” zegt Joris de Jonghe. Het project nam meer dan twee jaar in beslag, mede door de complexiteit: naast de renovatie van het gebouw zelf, werd ook de hele forecourt aangepakt. Er kwamen snelladers, nieuwe hoogspanningscabines, en een strakke, heldere inrichting in de stijl van Stynen. Maar wat vooral opvalt, is de samenhang in het geheel. “Iedereen die eraan meewerkte voelde een zekere piëteit voor het gebouw en de oorspronkelijke architectuur,” zegt David. “De samenwerking verliep vlekkeloos, en iedereen zette zijn beste beentje voor.”
Gemiddeld laadt een klant hier een half uur. Dat is exact de tijdspanne waarin we hen kunnen verleiden met meer dan een klassiek broodje.
Food als nieuwe bestemming
Dat servicestations meer kunnen zijn dan tankpunten, is voor G&V een evidentie. “Internationaal zie je dat food en servicestations steeds vaker hand in hand gaan,” zegt David. “In de VS, in de Nordics, Zuid-Afrika… overal ontstaan foodvillages en hoogwaardige concepten op plekken waar je vroeger alleen een tankpistool vond.” Met Breakpoint en het nieuwe Foodstation zet G&V die trend ook in België kracht bij. De combinatie met snelladers — hier van 300 tot 400 kWh — maakt het extra relevant. “Gemiddeld laadt een klant hier een half uur. Dat is exact de tijdspanne waarin we hen kunnen verleiden met meer dan een klassiek broodje,” zegt Joris.
Die foodvisie is het resultaat van jarenlange evolutie. G&V was een klassiek fuel-bedrijf tot ze in 2011 22 bemande stations met shops overnam van ExxonMobil. Dat zorgde voor een andere focus en evolueerde geleidelijk aan naar de huidige Breakpoints: betere koffie, viennoiserie, broodjes van kwaliteit, meer aanbod.
“Maar dat was nog maar het begin,” aldus Joris. “Onze opdracht aan true was: durf breder te denken. Geen klassiek petrolverhaal, maar een aanbod met kwaliteit, relevantie én operationele haalbaarheid.”
Het resultaat is een uitgebalanceerde mix van grab ’n go, verse slaatjes en pasta’s in porselein, sushi die vers aan de toog wordt bereid, en smashed burgers van Dierendonck. “We zitten op de grens tussen fast casual en quick service,” verduidelijkt hij. “De klanten hebben weinig tijd, maar verwachten wel kwaliteit en smaak. Daar spelen we op in.”
De keuze voor bepaalde producten is doordacht en flexibel. “Burgers, pasta en slaatjes werken altijd,” zegt David, “maar we denken ook aan halal, of op termijn zelfs een Indiaas streetfoodconcept — zeker hier in Wilrijk, met de grootste Indiase tempel van België vlakbij.”
De ruimtes zijn modulair opgevat, zodat een switch naar een ander concept probleemloos kan. “Het is geen rocket science,” zegt David. “We vertrekken van sterke basics en bouwen daarop verder. Maar de uitvoering moet wel top zijn.”
Meer dan een shop: gastvrijheid als strategie
Wat Vogelzang onderscheidt, is de totaalervaring. Shop en foodstation zijn geen losse componenten, maar vormen één geheel. “Alles is in eigen beheer,” zegt Joris. “Geen standjes van derden, geen concessies. Wij sturen alles zelf aan, met onze eigen mensen. Wat we zelf kunnen, doen we ook zelf.”
Dat is geen detail, maar een bewuste keuze die doorgetrokken wordt in het hele netwerk. “We willen niet zomaar een shop of foodstation naast een pomp zetten,” zegt Josse. “We willen dat klanten ook echt voor dat aanbod komen. In Brussel zien we dat nu al: 70% van de klanten komt voor de shop, niet voor de brandstof.”
Die filosofie vraagt ook om een doordachte partnerstrategie. “Niet elke locatie heeft dezelfde noden,” zegt David. “In Knokke werken we met een self-service station en pop-ups in het zomerseizoen. Op andere plekken bouwen we nieuwbouwprojecten die volledig geënt zijn op hospitality en foodservice.”
Zo staan er twee nieuwe flagships gepland langs de Franse grens, waar ook buiten een stuk van het domein als park wordt ingericht om de bezoekerservaring nog verder uit te breiden.
Veiligheid, sfeer en de stem van vrouwen
Vogelzang is 24/7 open. Niet het foodstation, maar wel de shop — mét snackwall en een degelijk, dagvers aanbod. En dat zorgt voor een heel eigen, bijna stedelijke dynamiek, vooral ‘s nachts. “We krijgen hier veel nachtelijke bezoekers,” vertelt Joris. “Politie, koeriers, taxi’s… die komen hier binnen voor een koffie, iets om te eten, ook omdat dit echt een centrale plek is in dit gedeelte van de stad.”
De site is bovendien goed verlicht, met camera’s en een duidelijke indeling. “We hebben daar echt hard op ingezet,” zegt Josse. “Samen met Philips bekeken we de optimale verlichting, zodat de site altijd ‘leesbaar’ is. Geen donkere hoekjes, geen schaduwzones.”
Dat is geen overbodige luxe, zeker met het oog op vrouwelijke bezoekers. Cijfers van de laatste FSA Jaarmonitor geven immers aan dat stations steeds minder vrouwelijke bezoekers trekken. Redenen: veiligheid, hygiëne en sfeer.
“Dat is terecht,” zegt Joris, “maar Breakpoint wil echt een ander gevoel creëren.” Josse bevestigt: “Ongeveer de helft van onze medewerkers zijn vrouwen, en we nemen hun input heel serieus. Veiligheid, hygiëne, sfeer… dat zijn kernwaarden geworden. We stellen onszelf daar telkens opnieuw vragen over bij het plannen van nieuwe sites.”
Het zijn net die details die het verschil maken. “Tot de kleur van de stoelen, de tegels in het sanitair en de ‘facing’ van producten in de shop: alles draagt bij tot het gevoel kwaliteit en geborgenheid,” zegt David. “Dat zijn zaken waar klanten niet altijd bewust op letten, maar het laat wel een indruk na.”
Bedrijfscultuur als fundament
G&V is een groot familiebedrijf, en dat voel je aan alles. “Die betrokkenheid zit in het DNA,” zegt Joris. “We zijn heel factueel, met duidelijke processen en structuren. Dat helpt ons om operationele excellentie te leveren én geeft onze mensen de vrijheid om te focussen op gastvrijheid.”
In januari 2026 opent het bedrijf een eigen Academy in Waregem, boven een gloednieuw servicestation. “Daar dompelen we medewerkers onder in onze bedrijfscultuur,” zegt Josse. “Er komen trainingsruimtes, een proefkeuken, meetingfaciliteiten… Alles wat nodig is om mensen voor te bereiden op de kwaliteit die wij verwachten.”
Die bedrijfscultuur is ook voelbaar in de samenwerking met externe partijen. “Met onze brandstofpartners en zelfs concullega’s zoals Bruno uit Limburg hebben we een open relatie,” zegt Josse. “We leren van mekaar. We kijken met verbazing naar de gigantische hoeveelheid pizza’s die zij verkopen, zij kijken met open ogen naar dingen die wij doen. Maar we delen heel veel ervaringen en kennis. Want onze sector moet vooruit, moet naar een hoger niveau. En dat kan enkel als we samenwerken.”
Back to the Future
G&V is onderweg. Letterlijk en figuurlijk. Van klassiek tankstation naar volwaardige food- en hospitalityspeler. Met oog voor beleving, kwaliteit, veiligheid en relevantie. En met een duidelijke missie: het niveau van servicestations een stevige duw geven; met een blik op hoe het in een ver verleden was, en een visie op hoe het in de toekomst moet.
