Uit onderzoek van Foodservice Alliance blijkt dat Belgische consumenten nog altijd graag op restaurant gaan, ondanks dat alles duurder wordt en de economie niet mee zit. Drie op de vier Belgen zegt dat ze even vaak op restaurant blijven gaan als vroeger. Maar ze proberen wél geld te besparen tijdens dat bezoek. Dat doen ze op allerlei manieren, van bewuste keuzes aan tafel tot het selecteren van het restaurant op basis van prijs. De Belg blijft dus genieten, maar doet dat met een kritisch oog op de portemonnee.
Slimmere keuzes in het restaurant
Veel mensen kiezen in het restaurant bewust goedkopere opties. De populairste manier om te besparen? Geen alcohol meer bestellen. Eén op de drie kiest liever voor water of frisdrank dan voor een duur glas wijn, een cocktail of sterk streekbiertje. Alcoholische dranken zijn vaak duur geprijsd, en door hierop te besparen, kan men de rekening flink drukken.
Dit gedrag heeft een directe impact op de omzet van restaurants, zeker diegene die sterk leunen op drankverkoop voor hun marges.
Daarnaast wordt er vaker vooraf nagedacht over wat men gaat bestellen. Sommige mensen bekijken thuis al het menu, vergelijken prijzen of vragen tips aan vrienden over waar je goed en betaalbaar kunt eten. Ook is er een groeiende aandacht voor menu’s met vaste prijzen of formules, waarbij de klant op voorhand weet waar hij aan toe is.
Minder gangen, goedkopere gerechten
23% van de mensen kiest bewust goedkopere gerechten op de kaart. Ze kijken bijvoorbeeld naar pastagerechten die vaak minder kosten dan vlees- of visgerechten. Ook wordt het aantal gangen aangepast: evenveel mensen slaan soms het voorgerecht over om geld uit te sparen. Het dessert wordt iets minder vaak geskipt (20%), maar het komt wel geregeld voor. En ook de koffie na het eten wordt vaak thuis gedronken: 18% doet dat om de rekening wat lager te houden.
Restaurants merken dit gedrag op: er worden minder all-in menu’s besteld en het aantal supplementen per tafel daalt. Voor horecazaken betekent dit dat ze creatiever moeten omgaan met hun kaart en manieren moeten zoeken om ook met kleinere bestellingen voldoende marge te behouden.
De prijs bepaalt de restaurantkeuze
Voor ze een restaurant kiezen, vergelijken mensen steeds vaker de prijzen van het menu. Ze willen op voorhand weten hoeveel het zal kosten en kiezen dan voor de beste deal. Online reviews, menukaarten op websites en sociale media worden allemaal geraadpleegd in die keuze. Er is minder ruimte voor impulsbezoek of toevallig langslopen. De consument wil zekerheid, en prijs is daarin een belangrijke factor.
Sommige klanten geven aan dat ze liever een restaurant kiezen waar een dagschotel of lunchmenu wordt aangeboden. Dat zorgt niet alleen voor transparantie, maar laat ook toe om tegen een vaste, vaak lagere prijs, -een kwalitatieve maaltijd te nuttigen.
Delen van gerechten niet populair
In sommige landen delen mensen gerechten om te besparen. In België gebeurt dat nauwelijks: slechts 9% zegt dat ze soms een voorgerecht of dessert delen. De Belg eet graag zijn eigen portie, en het delen van gerechten wordt eerder als ongepast of oncomfortabel gezien. Toch zien we in bepaalde doelgroepen – zoals studenten of jonge koppels – een lichte toename van dit gedrag, vooral bij informele eetgelegenheden.
Volgens Gert Laurijssen, directeur van Foodservice Alliance, blijft de Belg graag uit eten gaan, maar hij doet dat wel bewuster. “Het is aan restaurants en hun leveranciers om mee te evolueren, want als een kwart van je klanten plots geen voorgerecht, koffie of wijn meer bestelt, dan verandert je rendementsmodel. Dat vraagt om creativiteit, flexibiliteit en scherpe keuzes.”
Jongeren letten meer op hun budget
Jongeren tussen 18 en 34 jaar letten dubbel zo vaak op hun geld in restaurants dan mensen ouder dan 55 jaar. Ze zoeken actief naar manieren om toch op restaurant te kunnen blijven gaan zonder te veel uit te geven. Voor hen is uit eten niet zomaar een luxe, maar een sociaal moment dat ze niet willen missen. Daarom passen ze hun gedrag aan: ze kiezen goedkoper, slaan gangen over of delen de rekening nauwkeurig via apps.
Jongvolwassenen maken ook vaker gebruik van promoties en kortingsacties. Ze zijn digitaal vaardig, weten waar ze deals kunnen vinden en durven ook sneller nieuwe concepten uitproberen zoals in food halls waar ze makkelijker kleine (en dus goedkopere) opties kunnen kiezen.
Social Deal en andere kortingsplatformen in opmars
Omdat mensen meer op hun budget letten, zijn kortingsplatformen zoals Social Deal populairder dan ooit. Ze bieden kortingen tot 70%, en dat spreekt veel mensen aan. Zo kunnen ze voordeliger uit eten gaan zonder te moeten inboeten op ervaring of sfeer.
Voor restaurants heeft zo’n platform voordelen: ze krijgen meer zichtbaarheid, trekken nieuwe klanten aan en kunnen hun lege tafels tijdens rustige momenten opvullen. Maar het nadeel is groot: bovenop de korting moeten ze vaak ook nog 25% tot 50% van hun omzet aan het platform afstaan. Daardoor blijft er soms weinig winst over, en dat maakt het lastig voor ondernemers. Sommige restaurants beschouwen het als een marketingkost, anderen vermijden het volledig omdat het hun marges uitholt.
Social Deal groeit enorm snel. In de Benelux zijn er al 10 miljoen actieve gebruikers. Vooral in kleinere steden en gemeenten is de impact voelbaar. Restaurants worden er vaker beoordeeld op hun aanwezigheid op dit soort platformen. Hoe meer consumenten dit soort deals zoeken, hoe moeilijker het wordt voor restaurants om nog rendabel te zijn zonder zelf in te boeten op kwaliteit of service.
Wat betekent dit voor de horecasector?
De markt verandert vandaag snel. Restaurants moeten beter dan ooit weten wie hun klant is, wat die verwacht en hoeveel die bereid is te betalen. “De horecasector moet niet klagen over de zuinigere consument, maar nadenken over wat hij wél wil: transparantie, flexibiliteit en waar voor zijn geld. De nieuwe groeikansen liggen weer helemaal bij de basics: bij de essentie waar het in gastvrijheid om draait. Dat is enerzijds ‘waar voor je geld krijgen’ en anderzijds het fantastische gevoel ervaren om welkom te zijn!” zegt Laurijssen.